Talentontwikkeling

Onze ambities in het kort:

  • Optimale ontwikkeling van (diversiteit aan) talenten door het vergroten, verdiepen en verbreden van kennis, maar vooral ook door het ontwikkelen van vaardigheden om te leren. Dit doen we o.a. door te leren hoe we problemen oplossen, inzicht te krijgen in het eigen leren, samenwerken en we maken gebruik van technologische ontwikkelingen.
  • Sociale kwaliteiten spelen een belangrijke rol, we hebben hoge verwachtingen aangaande het zorgen voor jezelf en de omgang met elkaar. 
  • Streven naar uitdagend onderwijs en eigenaarschap van het eigen leerproces; naar verantwoordelijkheid voor de eigen ontwikkeling.

Het beste in jezelf naar boven halen

Mensen leren op verschillende manieren. De een leert door doen, de ander moet het voor zich zien en een derde persoon ordent de informatie eerst voor zichzelf alvorens deze te kunnen begrijpen. Als wij kinderen in het onderwijs iets willen leren, zullen we met de verschillen tussen kinderen rekening moeten houden. Het is belangrijk om de verschillende manieren van leren te kennen en te weten welk kind op welke manier leert. Leerkrachten maken gebruik van verschillende materialen en werkvormen en spreken zo de verschillende intelligenties van het kind aan. Bij het aanleren van leerstof worden liedjes gezongen (tafels) of ritmes geklapt (lettergrepen). Tastbare materialen worden ingezet bij bijvoorbeeld het rekenen of beeldmateriaal (platen en video) bij de instructie. De theorie van Gardner, betreffende de begrippen intelligentie en talent, onderstreept voor ons het belang om hier bewust mee in ontwikkeling te zijn.
 
De Amerikaanse hoogleraar Howard Gardner onderscheidt acht intelligenties. Ieder mens bezit ze alle acht, men heeft er echter vaak slechts enkele sterk ontwikkeld. Deze sterk ontwikkelde intelligenties bepalen de manier waarop men leert, bepalen de voorkeur voor bepaalde activiteiten. Dit filmpje illustreert de theorie van Gardner.

Wij streven er naar gebruik te maken van de sterkste intelligenties die het kind gebruikt om te leren, te spelen en de wereld zich eigen te maken. In ons lesaanbod willen wij rekening houden met de intelligenties van elk kind; wij proberen het onderwijs zo in te richten dat het alle kinderen aanspreekt op zijn/haar individuele kwaliteiten. De aanwezige methodes en overige leerstof wordt in gestructureerde werkvormen aangeboden, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen kinderen. Deze leerstof en methodes worden aangeboden in de reguliere lessen. Door aandacht voor gebieden als handvaardigheid, muziek, lichamelijke oefening, koken en expressie/dans worden de kinderen extra geprikkeld om intelligenties/talenten op andere gebieden te gebruiken en te ontwikkelen. Door hun voorkeursintelligentie(s) in te zetten leren ze makkelijker en méér. Door via hun sterke kanten de minder sterke intelligenties aan te spreken, ontwikkelen ze zich breder. Het inzetten van de integratiematrix bij de zaakvakken en het gebruik van denksleutels ondersteunt onze ontwikkeling.

Denksleutels

De denksleutels zijn inzetbaar als stimulerende interventie voor kinderen. Ze nodigen kinderen uit om een beroep te doen op hogere denkniveaus en zijn makkelijk in te passen in de dagelijkse onderwijspraktijk. De leerkracht geeft bijvoorbeeld een antwoord en laat leerlingen de vraag erbij bedenken. Of laat leerlingen overeenkomsten noemen van twee duidelijk verschillende voorwerpen. Of vraag ze: hoe kun je water drinken met een vel papier? Dit zijn voorbeelden van activiteiten die het denken van kinderen stimuleren. Denksleutels is een inspirerende verzameling van twintig van dit soort activiteiten. De Australiër Tony Ryan bedacht ze in 1998 als de Thinkers Keys.


Uit onderzoek blijkt dat talent niet alleen meervoudig is, maar ook dynamisch in zijn ontwikkeling. “Talent is een bijzondere eigenschap van een persoon die in de kern is aangeboren, maar die door oefening in een leerproces ontwikkeld kan worden en door relevante ervaringen kan worden verrijkt”. Dit leerproces vindt overal en op allerlei manieren plaats, zowel in het onderwijs als daarbuiten.
 
Door de brede benadering van het begrip ‘talent’ streven wij naar een cultuur waarin het normaal is trots te zijn op eigen prestaties en waardering op te brengen voor de prestaties van anderen. In de Nederlandse (onderwijs)cultuur wordt nog vaak de nadruk gelegd op wat iemand tekort komt – en dan met name tekort op het cognitieve vlak. Door in het leerproces het perspectief te draaien en aan te sluiten bij wat iemand kan en vooral wat iemand goed kan, zowel op het cognitieve als op het niet-cognitieve vlak, nemen zelfwaardering en zelfrespect toe en daarmee ook het plezier in het leren. Door kinderen te leren anderen te waarderen worden hun eigen mogelijkheden aangevuld met de talenten van anderen.

Integratiematrix Bloom-Gardner

Door vragen te (leren) stellen op verschillende niveaus (Bloom) en het ontdekken en gebruiken van verschillende intelligentievoorkeuren (Gardner) kan met deze matrix elk thema, of elke lesinhoud worden verrijkt.

Één manier om aan de criteria voor een rijke leeractiviteit te voldoen, is door bij het ontwikkelen/voorbereiden van lessen of projecten vragen en opdrachten op te nemen die een beroep doen op ‘het hogere orde denken’. Bij hogere orde vragen en opdrachten zijn voor het antwoord of de uitvoering de vaardigheden analyseren, evalueren of creëren nodig. Het zijn vragen en opdrachten die zich richten op:
  • Stimuleren van leerlingen om verder en meer kritisch na te denken
  • Stimuleren van het probleemoplossend denkvermogen
  • Ontlokken van discussie
  • Stimuleren van leerlingen om zelfstandig op zoek te gaan naar informatie
Lagere orde vragen zijn vragen die een beroep doen op onthouden, begrijpen en (deels) toepassen. Dit type vragen is geschikt voor:
  • Evalueren van de voorbereiding en het begrip van leerlingen
  • Vaststellen van de sterktes en zwaktes van leerlingen
  • Herhalen en samenvatten van gegeven informatie
Het verschil tussen ‘lagere orde denken’ en ‘hogere orde denken’ is weergegeven in de Taxonomie van Bloom, waarin zes niveaus worden onderscheiden: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. De niveaus dienen om een onderscheid te maken in de complexiteit van het kennisniveau waar een beroep op wordt gedaan. Er wordt hiermee geen volgorde voorgeschreven waarin een bepaald niveau aan bod zou moeten komen. Bij een rijke leeractiviteit worden in ieder geval meerdere niveaus aangesproken.

"Hoe ben jij knap?"
Voor leerlingen is het belangrijk dat zij zelf inzicht ontwikkelen in hun sterke en minder sterke kanten. Dit doen wij bijvoorbeeld door hen te leren over de verschillende intelligentiegebieden van GardnerHoward Gardner beschikt ieder mens over meerdere intelligenties. Sommige zijn heel sterk ontwikkeld, andere zijn minder sterk ontwikkeld. Gardner onderscheidt hierbij acht intelligentiegebieden. De meeste mensen zijn geneigd om drie hiervan het meest in te zetten. Talenten liggen binnen de intelligenties die sterk aanwezig zijn. Het gaat er dus niet om hoe knap je bent, maar hóe je knap bent.



Informatie in beeld

Volg ons op Facebook







Twitter